Rennen met een papieren windmolen in je hand en zien hoe de gekleurde wieken harder en harder gaan draaien. Op de camping en in de klas maakte ik laatst samen met de aanwezige kinderen zelf windmolentjes. In een paar simpele stappen maak je ze al helemaal zelf, en kun je lekker op de camping of op het strand rennen en uitwaaien.
Benodigdheden
Zoals gezegd is het maken van een papieren windmolen heel eenvoudig. Er is maar weinig voor nodig, kijk maar eens of je de volgende materialen kan vinden in je huis en in de natuur.
- Een stok of tak. In de natuur kan je vaak wel een geschikte tak vinden, hij moet dik genoeg zijn om de wieken te kunnen dragen.
- Vierkant papiertje. Hoe groter vierkant je gebruikt, des te groter de wieken.
- Krijtjes, potloden of stiften om de wieken in te kleuren
- Een spijkertje met een kraal en eventueel een stukje kurk om de wieken vast te zetten
- Hamer en schaar
Aan de slag!
Allereerst gaan we op zoek naar een geschikte stok of tak. Deze heeft geen zijtakken, en is het liefst goed stevig en recht. De stok hoeft niet superdik te zijn, maar stevig genoeg om straks het papieren windmolentje te kunnen dragen. Als de stok gevonden is gaan we aan de slag met het molentje zelf. We gebruiken een vierkant vel papier. Omdat we graag willen dat de wieken niet zomaar omwaaien of vervormen, kun je het beste stevig tekenpapier gebruiken. Hoe groter het vierkant, hoe groter het molentje. We kleuren nu beide kanten van het papier in, als we straks de wieken gaan vouwen zie je namelijk beide zijden! Als het papier ingekleurd of versierd is, gaan we de papieren windmolen vouwen!
Het molentje knippen en vouwen
Om het molentje af te maken, gaan we aan de slag met het ingekleurde vel papier. We vouwen het papier diagonaal dubbel, bijvoorbeeld door de punt rechtsonder naar de punt linksboven te brengen. We drukken de vouwlijn stevig aan, en zo ontstaat er een schuine lijn op je papier. Doe dit nu ook aan de andere kant zodat je uiteindelijk een kruis op je papier hebt staan. We knippen nu met een schaar de vouwlijnen ongeveer voor 3/4 deel in. Dat betekend dat we iets voorbij het midden knippen van de schuine lijnen. Als de hoeken zijn ingeknipt kunnen we de wieken vouwen. Dit doen we door een hoekpunt naar het midden te vouwen en daar vast te houden, de volgende hoek slaan we over. Herhaal dit met alle hoekpunten en zo heb je uiteindelijk vier punten in het midden vast. Je basis van het molentje is klaar, nu kunnen we de wieken vast zetten aan de stok!
Molentje vastzetten
Nu gaan we de wieken vastzetten en zorgen dat de molen nog goed kan draaien. Door een kraal te gebruiken aan de voorzijde van het molentje, kunnen de wieken makkelijker vrij draaien. Haal het spijkertje dus eerst door een kraaltje, en prik dan de naar binnen gevouwen punten eraan. Een klein stukje kurk aan de achterzijde zorgt voor extra stevigheid, maar zonder gaat het ook prima. We gebruiken een hamer en timmeren de spijker met kraal en de wieken stevig vast aan de stok. Let erop dat je het niet te stevig vastzet, de wieken moeten natuurlijk nog goed kunnen draaien. Je molentje is nu klaar! Blaas er maar eens hard tegen, of ren een stukje met je molentje in de hand.
Meer inspiratie
Windmolens maken past prima in de oogstperiode. De wind heeft een steeds grotere rol, en het seizoen veranderd ook langzaamaan. We gaan zachtjes aan ook richting de herfst. Hier lees je hoe je een herfsttransparant kan maken. Veel knutselplezier!